Begeleiding en beoordeling

In het ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) beschrijven we voor elke leerling welke ondersteuning nodig is om goed te kunnen leren en ontwikkelen. Ook staat in het plan welke dingen het leren makkelijker of moeilijker maken.

Het OPP, en de leerroute die daarin is vastgesteld, is de onderlegger voor het onderwijsaanbod van de leerling. De CED-leerlijn SO ZML en de basisleerlijnen
bepalen de doelen en inhoud van het onderwijs aan de leerling. Verschillende methodes en middelen worden ingezet om de doelen te behalen die passen bij de leerroute van het kind. Binnen de leerroute wordt ook rekening gehouden met het tempo van leren en of bijvoorbeeld regelmatige herhaling of andere werkvormen onderdeel zijn van de leerstrategie van de leerling.
Daarnaast werken we in leerroute 1 en 2 met het LACCS-plan. In gesprek met alle betrokkenen rondom de leerling worden de vijf domeinen (Lichamelijk welzijn, Alertheid, Communicatie, Contact en Stimulerende tijdsbesteding) besproken en doelen bepaald.

Wat heeft je kind nodig?

In het OPP staat ook welke ondersteuning de leerling nodig heeft om goed te kunnen leren en ontwikkelen. Ook staat in het plan welke dingen het leren makkelijker of moeilijker maken. De mate van ondersteuning bepaalt mede de leerroute van de leerling.

Wat betekent dat voor de lessen?

Alle lessen die een kind volgt, hebben een doel. De leraar stelt doelen op voor iedere leerroute. Dat kunnen doelen zijn op het gebied van kennis, maar ook op het gebied van gedrag. De leraar beschrijft ook met welke middelen en methoden wordt gewerkt.

Waar groeit je kind naartoe?

Zal je kind straks zelfstandig kunnen werken? Is een vervolgopleiding mogelijk? Of blijft begeleiding waarschijnlijk nodig? Dit noemen we het ­uitstroomprofiel van de leerling. Voor ieder profiel bieden we een ander leeraanbod.

Hoe doet je kind het in de praktijk op school?

We houden de planning voor het leren en ontwikkelen van je kind bij in een digitaal systeem. Zo zien we hoe de leerling zich daadwerkelijk ontwikkelt. Hierin staan de behaalde cijfers, maar ook opmerkingen over gedrag en ontwikkeling.

Toetsing en evaluatie

We hebben een systeem van toetsing en evaluatie. Hiermee gaan we na of de leerling het gewenste niveau behaalt en of we het onderwijsaanbod moeten aanpassen. We gebruiken onder andere observatiegegevens, methodegebonden toetsen, leerlingbesprekingen, het leerlingvolgsysteem en Cito-toetsen. De Cito-toetsen worden elk jaar rond januari/februari en mei/juni afgenomen. De schoolverlaters van de leerroute 5 tot en met 7 nemen deel aan de landelijke Cito-eindtoets als dat van toegevoegde waarde is voor het uitstroomniveau.